|
Post by Jasper on May 8, 2005 15:12:56 GMT 1
Richtlijnen: - Probeer de lijn van het verhaal in redelijke mate te volgen/door te trekken.
- Maak gebruik van het voorafgaande (wat anderen geschreven hebben).
- Let op de vertelde tijd (alles in de onvoltooid verleden tijd, tenzij je bewust een stukje in een andere vertelde tijd bedoelt neer te zetten).
- Niet verzieken/platleggen s.v.p.
|
|
|
Post by Jasper on May 8, 2005 15:33:57 GMT 1
De regen leek net over te gaan in een druilerig nadruppelen, toen Schipper zijn paraplu, regenjas en rubber laarzen gevonden had. "Zal ook eens niet zo zijn.", zei hij tegen Stalingrad, zijn stokoude hond. Stalingrad was een oude Labrador met een slecht humeur en toch ook goed karakter. Het dier stond al drie kwartier voor de tuindeur te draaikonten en piepen. Schipper opende de deur en liet eerst -zonder veel keuze te hebben- Stalingrad naar buiten, en stapte toen zelf flink overdressed de tuin in. Via het tuinpad, bereikten ze het stukje aanplantbos waaraan het nieuwbouwhuis waarin ze woonden, twintig jaar geleden was gebouwd. Stalingrad was al uit het zicht verdwenen. Maar in de verte hoorde Schipper de hond nog gewoon blaffen tegen bomen en grassprieten. Op de kunstmatige berg die door grote graafmachines was aangelegd, zouden zij elkaar wel weer treffen. Zoals altijd.
Schipper was, anders dan zijn naam zou kunnen doen vermoeden, houtzager bij een bouwmarkt. Hij deed het werk met tegenzin, maar om tal van redenen bleef hij bij de zaagmachine in de met -naar zijn idee- idioten gevulde winkel. Vandaag was het zaterdag. Hij werkte om de week zijn verplichte zaterdag. Deze week hoefde hij goddank niet. Deze week mocht hij de dag in regenkleding bij droog weer doorbrengen. Met Stalingrad.
Boven op de berg had Schipper het flink warm gekregen. De van buiten kurkdroge regenkeding was van binnen klam en nat geworden van zijn zweet. Mopperend ontdeed hij zich van de regenkleding, en vouwde hij de paraplu weer op. Op het moment dat hij zijn spullen in de bijbehorende tasjes en hoesjes had opgeborgen, begon het weer heel hard te regenen. "Het zal verdomme eens niet zo zijn...", zei hij. Terwijl hij om zich heen keek, zoekend naar Stalingrad, zag hij voor zijn voeten de halsband liggen. Het dier had die halsband enkele minuten geleden bij het verlaten van het huis nog om zijn nek gehad.
(to be continued...)
|
|
|
Post by Remco on May 9, 2005 8:26:54 GMT 1
Hoe heeft die stinkhond dat nou weer voor elkaar gekregen.Vroeg Schipper zich af. Zijn humeur werd er met de minuut minder op, terwijl hij al zijn regenspul weer uit de zakjes probeerde te wurmen. Tegen de tijd dat hij zich weer had beschermd tegen de regen die onderhand met bakken uit de hemel stroomde zat Schipper zich af te vragen waarom hij nog de moeite deed om alles aan te trekken, hij was immers toch al tot zijn lange onderbroek nat. Hij floot op zijn vingers en riep “Stalingrad” met een brul die over de verre velden te horen was. Maar er kwam geen antwoord, er kwam zelfs geen klein blafje zijn richting opgewaaid. Met de halsband in zijn handen sopte Schipper naar het aanplantbos waar hij aan de rand bleef staan. “Ik zie geen hand voor ogen met al dat water” mopperde hij. “Stalingrad kom bij de baas” riep hij nogmaals, maar er kwam niets terug. Schipper liep in zichzelf vloekend steeds verder het bos in.
Het bos was een aantal jaar terug aangeplant door een aantal schoolkinderen, waarvan de ouders dachten dat ze doormiddel van dit project de wereld een handje konden toesteken. Schipper lachte in zichzelf en dacht Als die mensen nou zo nodig de wereld willen verbeteren, moeten ze eens de auto laten staan i.p.v. een bos aanplanten. Maar desalniettemin was hij wel erg gesteld op het bos wat zich na een aantal jaren nu aardig aan het manifesteren was.
De oude mopperkont riep nogmaals naar zijn hond en tot zijn verbazing hoorde hij deze keer Stalingrad wel blaffen. Met grote stappen de brandnetels en varens plettend liep Schipper naar de plek waar het geluid vandaan kwam. Hij zag Stalingrad snuffelend bij een boom ongeduldig heen en weer lopen. “Daar zit je mormel” en hij pakte de hond bij zijn hals om de halsband weer om te doen. Schipper keek langs Stalingrad heen en schrok zo erg van wat hij zag dat hij achteruit over een tak uitgleed en met zijn kont in de sompige aarde een afdruk maakte…..
(to be continued...)
|
|
|
Post by AllehandroGonzales on May 10, 2005 12:23:52 GMT 1
Zijn bril, welke hij al van kinds af aan verplicht was te dragen, werd door de val van zijn neus gestoten. Schipper pakte snel de inmiddels met modder bekladde bril en zette deze weer op. Langzaam richtte hij zicht op uit de ongemakkelijke pose waarin hij terecht was gekomen en staarde naar de plek naast de boom waarvan hij zojuist zo geschrokken was.
Het kostte hem enkele ogenblikken voordat hij weer helder kon denken. Alhoewel........ Hoe kon hij helder denken na wat hij net had gezien? Het was ook allemaal zo snel gegaan. Het had iets weg gehad van een kind of kleine volwassene. Maar hoe had het zich zo snel weer uit te voeten kunnen maken? En belangrijkder nog, waar begaf het zich op dit moment .....
(to be continued...)
|
|
|
Post by Jasper on May 16, 2005 7:57:59 GMT 1
Stalingrad was vanaf dat moment niet meer de oude. Of misschien was Schipper niet meer dezelfde, en leek het daarom alsof de hond veranderd was. Alsof Schipper blind geworden was en daar uit volgend dacht dat het dier onzichtbaar geworden was. En misschien hing de waarheid ergens tussen deze twee uitersten. Iets of iemand was onaangekondigd een andere koers gaan varen...
In ieder geval wilde de hond direct naar huis na het voorval met de halsband en het vreemde wezen wat ze gezien hadden. En hij was daarbij niet vooruit te branden; Schipper moest het dier zelfs dragen.
Thuis gekomen plaste de hond in de gang.
Schipper belde met tegenzin zijn oudere zus. Die wist veel van honden, maar ook van mystiek. "Met Trees Schipper," klonk het in plat Utrechts uit de telefoon. "Dag Trees, met mij." "Oh. Jij," zei Trees Schipper, "wat moet je nou weer?" "Ik hoopte dat jij me misschien kunt helpen." "Als dit maar weer niet om pa en ma gaat. Dan kun je fietsen gaan stelen of op je kop gaan staan." "Het gaat niet over pa en ma, Trees. Niet deze keer. Het gaat over Stalingrad. En over nog iets anders." Trees had een uitgesproken hekel aan Stalingrad. Ze was geen hondenhaatster, dat niet -zelf had ze een Pekineesje wat naar de naam Lady luisterde- maar ze was niet zo gesteld op onzuivere rassen. En Stalingrad was niet raszuiver; hij was zogezegd een kwart tekkel. Je zag het er verder niet aan af. Misschien alleen in zijn gebrek aan inzicht wat betreft zijn eigen proporties. Stalingrad had al menig koe, paard of ezel gedacht te moeten aanvallen in zijn jeugd. En toen hij nog een pup was, bleek zijn voorliefde voor problemen met hele grote honden al snel. Schipper en hij waren graag geziene gasten bij de lokale dierenarts. Altijd hoge kosten, nooit levensbedreigende verwondingen. In die zin kon Stalingrad zelfs omschreven worden als een melkkoe. "Stalingrad doet raar. Hij is ineens veranderd. Piest in huis. Wil niet lopen." "Dat komt doordat ie niet raszuiver is, broer," bracht Trees Schipper in zoals ze altijd dat argument inbracht, "raszuivere honden hebben dat soort gekkigheid niet. Die zullen je nooit de strot afbijten. Die van jou is onbetrouwbaar. Altijd al gezegd, toch?" Schipper had er inmiddels al spijt van dat hij zijn oudere zus gebeld had. Ze was niet in de juiste bui om aangesproken te worden. Mystiek was nu al helemaal geen onderwerp om aan te snijden. Wanneer ze direct over haar tuintje was begonnen, was weggegeven dat ze in een goed en open humeur was. Als ze over onzuivere rassen begon, was dat meestal een indicatie dat ze de verkeerde televisieprogramma's opgeteld had bij de verkeerde krantenberichten en dat weer vermenigvuldig had met haar enigszins verknipte wereldbeeld. "Het komt ook allemaal door de verloedering." zei ze gedragen.
De beer was los. Hij had niet moeten bellen.
(To be continued...)
|
|
|
Post by Remco on May 27, 2005 7:21:31 GMT 1
Dan maar dat kote ding gebruiken dacht Schipper bij zichzelf, en hij liep naar de van Buurman gekregen computer. “Da’s handig” had Buurman gezegd. “Daar kan je de wereld mee ontdekken en er een schat aan informatie vandaan halen.”<br>Hij had er wel bij mogen vertellen hoe je dat ding moest bedienen, en waar je al die informatie dan vandaan moest halen. Maar het toppunt van dankbaarheid was toch wel toen Schipper erachter kwam dat hij een soort kaart moest kopen van 25 gulden om die zogenaamde informatie te bezichtigen. Nee Buurman mocht van Schipper die computer van hem ergens plaatsen waar dat anatomisch niet verantwoord was. Maar een gegeven paard niet in zijn bek willen kijkend, had Schipper hem toch laten staan en zo nu en dan zat hij er dan toch op te werken, totdat hij de telefoonrekening kreeg waarnaar hij de computer niet meer in gebruik had genomen.
Schipper zette de computer aan en na een kopje thee gedronken te hebben, ging hij er maar eens goed voor zitten. Hij belde in op het Internet en ging direct naar de zoekpagina die Buurman voor hem had ingesteld. Hoe ging het ook alweer dacht schipper, je typt volgens Buurman gewoon in wat je wilt weten en dan zoekt dat apparaat voor je de informatie. En schipper typte de woorden hond en plassen in en drukte op zoeken. Nadat het zoekbalkje was vol gelopen gingen Schipper zijn oren blozen, hij zag dingen die hij nooit voor mogelijk had gehouden. Dit is verschrikkelijk dacht Schipper en drukte snel op de uitknop van zijn computer. Dat dieren hatende apparaat gaat direct uit dacht Schipper, toen hij geschrokken op de bank ging zitten. Stalingrad die meteen voelde dat zijn baasje niet zichzelf was, ging naast hem zitten en legde zijn kop op zijn schoot. Schipper aaide de hond en zei “we komen er wel uit vriend. We zullen erachter komen wat dat in dat bos was, ook al moeten we met je weet wel wie contact opnemen.”<br> (To be continued...)
|
|
|
Post by Jasper on Jul 28, 2005 22:49:29 GMT 1
Daarna gingen de dagen als vanzelf voorbij. Schipper zaagde hout, Stalingrad plaste zo nu en dan in de gang en Trees stond zes keer op het antwoordapparaat. Na vijf dagen besloot Schipper haar toch maar terug te bellen. Hij had haar eigenlijk alleen maar genegeerd omdat hij een hekel had aan mensen die op een antwoordapparaat inspraken "met mij/bel me even". Uitgespoken met een soort intonatie die weggaf dat ze er van uitgingen dat je je best zou doen zo snel mogelijk het ingesproken bericht te horen te krijgen, om vervolgens alles uit de handen te laten vallen en desnoods drie mensen om zeep te helpen om in godsnaam maar snel terug te bellen. Om de instructie uit te voeren. Het commando op te volgen. De wet na te leven.
Het was ook typisch Trees, dat ze het vertikte weg te geven waar het over ging. Dat nodigt toch niet uit om terug te bellen? Vond Schipper.
Met grote ergernis pakte hij uiteindelijk 's avonds na de avondboterham met palingworst en Zaansche mosterd, uiteindelijk de telefoon. Hij drukte de cijfercombinatie die zijn mond en oor in direct contact met zijn verafschuwde zuster bracht. "Trees Schipper." klonk het dunnetjes aan de andere kant van de verbinding. "Hoi Trees, met mij." "Ja." zei Trees. Wat was dat nou weer voor een uitspraak. "Je wou me spreken. Hoorde ik op het bandje van mijn lul-ijzer." "Ja."
Schipper wachte op een mededeling. Hij verwachtte pa en ma. Dat was meestal het geval. "Lady is ziek." Trees begong luid snikkend te huilen. Dat had Schipper niet verwacht. "Wat heeft 'ie dan?" vroeg hij oprecht geïnteresseerd. Niet omdat hij écht oprecht geïnteresseerd was, maar omdat zijn verbazing hem kortstondig oprecht geïnteresseerd deed zijn. "Ze eet slecht. En ze plast in de gang." Schipper zweeg. "Net als jouw hond." "Ja. Net als Stalingrad. Die heeft dat nu al dagen." "Wat is er gebeurd? Ik bedoel. Hebben jullie iets geks meegemaakt. En dat het daarna mis was..." "Nee hoor." loog Schipper.
(To be continued...)
|
|
|
Post by Kim on Aug 3, 2005 11:10:29 GMT 1
"Maar waarom vraag je dat" vroeg hij, "heb jij wel iets geks meegemaakt dan?" Trees begon weer harder te huilen, en dat maakte wat ze zei bijna onverstaanbaar. "Rustig nou Trees, kalm nou maar. Haal even diep adem en vertel me dan eens wat er allemaal aan de hand is."
Schipper was verbaasd dat hij zelf nog zo kalm bleef. Hij zag opeens het hele tafereel weer voor zich, hoe hij iets snel had zien wegschieten in het bos, en hoe onrustig Stalingrad sinds die tijd was. En hij begreep uit de hysterische reactie van zijn zus dat zij misschien ook wel zo iets had meegemaakt. Diep binnen in hem kriebelde er iets, dit was de kans dat hij er meer over te weten zou komen!
"Nou", snifte Trees, "ik was vorige week met Lady aan het wandelen. Daar in dat bosje, vlakbij jouw huis. En toen opeens gebeurde er iets waar ik erg van geschrokken ben."
(to be continued)
|
|
|
Post by avicenna on Aug 5, 2005 13:57:10 GMT 1
"Je weet dat ik wel eens planten verzamel voor … uh dingen en zo, nou ja je weet wel. Dus ik loop daar te zoeken en ik zie ineens in al zijn glorieuze paarsheid een Drakenwortel. Nou, je weet dat die alleen maar in de buurt van Zuid-Europa en Noord-Afrika groeien en hier zeker niet, te koud en nat en zo, ook al warmt Nederland tegenwoordig op, en dan ook nog in een bos, nota bene!" Schipper wist het niet, maar dat boeide zijn zus weinig. Die dacht dat iedereen die van haar hobby's kennisnam een run op de bibliotheek deed om er meer van te weten te komen. "Ja", loog hij, "da's wel gek, hè?" "Inderdaad", ratelde ze verder, "en dat niet alleen, ook rook het er vreemd. Soms hangt er in een bos een geur van ijzer en rotte eieren, dan ligt er ergens een konijn te rotten of zo, vlak onder de mossige grond. Nou, die lucht dus, maar dan een beetje fosforrig." "Tuurlijk … tuurlijk." Schipper hoopte maar dat ze zijn aarzeling niet zou horen, want hij wilde nu wel weten waarom zij zo verward was. "Maarre, waar gaat dit nou naar toe?" "Naar Lady toch?", sprong ze gracieus naar de volgende tak, "en d'r blauwe plasje." Huh blauw … Schipper probeerde de kleur van Stalingrads pies te herinneren. Hij had grijs – hoe kan het anders – zeil van de bouwmarkt, dus ja het kan. Trees trompetterde aan de andere kant van de lijn. En terwijl hij een schurend geluid langs de hoorn hoorde, fluisterde ze geheimzinnig: "Het was er ook erg heet, net of 'r daar een eigen microklimaatje heerste. Lady jankte en piepte en stond met haar neus omhoog. Daarna schoot ze ineens weg. Ik keek ook nog en zag niks, maar voelde wel m'n haar overeind staan." Met een beschaamde, natte stem voegde ze er aan toe dat Lady niet de enige was die haar plas niet kon ophouden.
(to be continued)
** Edit Jasper: Vertelperspectief aangepast van 1e persoon naar 3e persoon; van "ik" naar "Schipper".
|
|
|
Post by Kim on Aug 5, 2005 20:01:14 GMT 1
Schipper had dit niet verwacht. Dat zijn eigen grote zus nog eens zoiets aan hem zou opbiechten, dan was er echt wel iets aan de hand! Hij besloot er, tot zijn eigen verbazing, verder geen sarcastische opmerking over te maken, dit aan hem te vertellen was waarschijnlijk al moeilijk genoeg voor haar. “En Lady, waar was die ondertussen naar toe?”, probeerde hij gesprek weer op gang te brengen. “Die hoorde ik op een gegeven moment heel hard janken”, ging Trees verder. “En toen ik er zo snel mogelijk naar toe probeerde te lopen struikelde ik over een boomwortel. Je weet hoe ongelijk dat pad daar soms is, zeker dat achterste stuk, waar de begroeiing wat dichter is. Nou, en omdat ik niet helemaal goed uitkeek waar ik liep viel ik dus, plat op m’n gezicht. En toen dacht ik… ja je gaat me vast uitlachen als ik dit vertel, maar ik moet het gewoon aan iemand kwijt, toen dacht ik even dat ik een soort smurf weg zag lopen.” “Een soort smurf?”, vroeg Schipper. “Zo’n blauw mannetje met een witte muts?”
(to be continued)
|
|
|
Post by Remco on Aug 8, 2005 13:22:34 GMT 1
‘Een smurf? Ach, kom nou daar geloof je toch niet in?’ Zei Schipper. ‘Je zal wel weer met een glas wodka op de bank in de slaap zijn gevallen terwijl je naar Ketnet zat te kijken.’ De tranen begonnen bij Trees weer te stromen toen Schipper dit tegen haar zei. ‘Niet, want ik sta al een half jaar droog. Ik heb al een half jaar geen druppel gedronken.’
Trees was de familie alcoholist, iets wat begonnen was na het tragische auto ongeluk van haar man die 5 jaar geleden terugkomend van zijn nachtdienst in slaap achter het stuur was gevallen en zich dood had gereden tegen een amsterdammertje. ‘Ik weet zeker dat ik iets kleins en blauw gezien heb, en omdat jij de vorige keer zo vaag aan de telefoon deed, weet ik bijna zeker dat jij ook iets hebt gezien.’ Zei Trees die haar verdriet probeerde om te zetten in kwaadheid. ‘Ik heb helemaal niets gezien Trees. Je lult een beetje uit je nek. Het enigste wat ik zie is dat Stalingrad in huis pist en daar belde ik je ook voor, omdat jij wat meer kennis hebt over honden dan ik. Je stond een half jaar droog zei je? Wat zat je dan laatst op je moeders feestje te zuipen?. Ik kan me niet voorstellen dat het water was, want zo stink je niet uit je muil hoor, als je alleen maar water zuipt.’ Schipper was furieus, alle jaren van opgekropte emoties kon nu eens goed loskomen, iets waar hij dankbaar gebruik van maakte.
Het was stil aan de andere kant van de telefoon. Tuurlijk had Schipper wel wat gezien, maar een smurf kon hij zich niet voorstellen. Het bos is erg groot, en door alle takken en bladeren kon je nog wel eens dingen zien die er in werkelijkheid niet waren, maar kabouters, smurfen en zelfs elven die kwamen in Schipper zijn werkelijkheid alleen maar voor in kinderboekjes en televisiefilms. ‘Ben je er nog Trees?’ Vroeg Schipper. Maar er kwam geen reactie vanuit de hoorn, die inmiddels heerlijk plakkerig van het zweet was geworden. ‘Trees zeg eens iets? Ik meende het niet zo, je kent me toch.’ Maar hoeveel excuses Schipper ook probeerde te maken Trees gaf geen antwoord door de telefoon. Schipper die zich toch wel een beetje ongerust voelde worden na zijn uitbrander zei. ‘Ik kom wel even naar je toe Trees’ En schipper legde de telefoon neer. (to be continued)
|
|
|
Post by Kim on Aug 8, 2005 19:46:54 GMT 1
Hij besloot meteen van de gelegenheid gebruik te maken om en stuk met Stalingrad te gaan lopen, dus hij pakte de riem en zijn schoenen. De hond, die wist wat dat betekende, sprong vol enthousiasme op van zijn plekje voor de verwarming waar hij meestal lag. “Kom maar, ouwe jongen, we gaan uit. Maar eerst moeten we nog even naar die gekke zus van me, ik ben benieuwd hoeveel ze nu weer op heeft” , bromde Schipper meer tegen zichzelf dan tegen zijn hond, die inmiddels ongeduldig kwispelend bij de voordeur stond.
Het was koud buiten. Na de regen van de afgelopen week hing er nu een ijzige kou in de lucht. Schipper ritste zijn jas dicht, zette zijn kraag op en stopte zijn handen diep in zijn zakken. “Het wordt weer winter, makker”, zei hij tegen niemand in het bijzonder. Stalingrad had namelijk al lang geen belangstelling meer voor zijn baas, omdat er allerlei interessante plekjes waren die hoognodig aan een snuffelonderzoek onderworpen moesten worden. Schipper trok de hond iets ongeduldiger dan normaal vooruit. Hij wilde het bezoek aan zijn zus zo snel mogelijk achter de rug hebben dus hij stapte stevig door. Na een korte wandeling kwamen ze bij het huis van zijn zus aan. Het was een groot, oud herenhuis wat nu weliswaar nodig een likje verf kon gebruiken, maar waar de vroegere glorie nog duidelijk aan af te lezen was. De bel klonk lang na, en het bleef angstwekkend stil in het huis. Schipper twijfelde. Het liefst zou hij nu meteen rechtsomkeert maken, maar hij was ook wel een beetje ongerust over zijn zus. De laatste keer dat ze niet open had gedaan was een paar jaar geleden geweest, toen het nog niet zo lang geleden was dat zijn zwager verongelukt was. Trees had toen zoveel gedronken dat ze het slechts ternauwernood had overleefd. Schipper liep om het huis heen naar de achterdeur. In huis brandde slechts één klein lampje, in de studeerkamer op de eerste verdieping. Hij voelde aan de achterdeur en hij was hoogst verbaasd toen bleek dat hij deze gewoon kon openen. Hij liep naar binnen, veegde plichtsgetrouw zijn voeten op de mat en riep de naam van zijn zus. Geen antwoord. Met de hond in zijn kielzog liep hij de gedraaide eikenhouten trap op, naar de kamer waar hij licht had zien branden.
(to be continued)
|
|
|
Post by Jasper on Oct 4, 2005 19:51:29 GMT 1
Er hing een scherpe lucht van dagen oude sherry in het huis. De ogen van Schipper traanden ervan. "Trees!?" riep hij omhoog. Alsof hij een paar opgevouwen sokken omhoog wilde gooien, maar telkens weer naar beneden stuiterde omdat hij niet ver en krachtig genoeg gooide, rolde zijn uitroep weer naar hem terug. Zijn stem klonk hees. De zure lucht sloeg op zijn stembanden.
Terwijl hij verder naar boven klom, riep hij steeds zachter haar naam. Boven aangekomen opende hij de deur waarachter licht brandde. Hij fluisterde nu enkel nog. "Trees?"
Lady keek kwaad op. Ze zat van Trees haar dijbeen te eten alsof ze in een leeuw in een documentaire was; een beetje verveeld. Scheurend en traag kouwend. Schipper verstijfde van schrik. Stalingrad wurmde zich onmiddelijk langs zijn been de kamer in, en begon zich klaar te maken om ook een paar hapjes van Trees te nemen. Schipper schoot ervan uit zijn bevriezing. "Stalingrad, hier!" zei Schipper luid. De hond aarzelde, en keerde gekwetst terug naar zijn baas. "Dat is slecht voor je, Stalingrad."
Toen Schipper zijn zuster naderde, begon Lady te grommen. Schipper porde met zijn schoen in de zij van Trees. "Trees?" zei hij nogmaals.
Het had er veel van weg dat Trees niet meer leefde.
(to be continued...)
|
|
|
Post by Kim on Oct 6, 2005 22:54:41 GMT 1
Schipper wist niet wat hij moest doen. De gedachten schoten door zijn hoofd. Hoe was dit mogelijk, zijn zus, die hij zojuist nog aan de telefoon had gehad! En wat was er in vredesnaam gebeurd? Hij schoof met zijn voet het nog steeds op het vlees van haar bazin knauwende hondje bij het levenloze lichaam van zijn zus vandaan. Het leek er even op of ze hem aan wilde vliegen maar Lady koos toch eieren voor haar geld en verdween naar de overloop. Schipper bukte zich en bekeek de wond aan het been van Trees. Er zat een groot gapend gat in, dat kon Lady onmogelijk in zo’n korte tijd allemaal opgegeten hebben!
Plotseling voelde Schipper zich licht in zijn hoofd. Hij stond op en kon nog net de badkamer bereiken voor een golf zurig braaksel op de stenen vloer spatte. Allemachtig, wat was hier allemaal aan de hand! Schipper leunde zwaar op de wasbak en keek in de spiegel naar zijn eigen gezicht. Hij was nooit moeders mooiste geweest, maar het leek wel of hij er in het afgelopen half uur tien jaar ouder uit was gaan zien! Hij waste zijn gezicht en dronk een paar grote slokken water, Hij probeerde de gedachten in zijn hoofd te ordenen. Hier was iets heel geks aan de hand. Zijn zus, die zomaar opeens dood in haar studeerkamer lag. Trees dood… het drong langzaam tot Schipper door. Zijn zus was dood! De laatste persoon die hem nog met zijn jeugd verbond was dood, weg, bestond niet meer! Hij voelde de tranen branden achter zijn oogleden, maar hij wilde niet huilen, niet nu. Eerst moest hij de politie inschakelen, dingen regelen. Hij droogde zijn gezicht af met de zachte roze handdoek die naast de wasbak hing. Hij rook het zware parfum wat zijn zus altijd gebruikte en hij moest een paar keer slikken om niet alsnog in tranen uit te barsten. Hij legde de handdoek weg en liep weer over de overloop richting de studeerkamer toen hij plotseling iets hoorde onder aan de trap. Hij dacht eerst dat het een van de honden zou zijn, maar toen zag hij dat zowel Lady als zijn eigen hond met de oren naar achteren de trap in de gaten stond te houden.
(to be continued....)
|
|
|
Post by Remco on Oct 19, 2005 9:20:23 GMT 1
Schipper keek de trap af naar beneden, maar zag daar niets bewegen. Ineens hoorde hij een hoop geluid in de kelder, hij liep de trap af en zag dat de honden met een opgetrokken lip voor de kelderdeur stonden te grommen. Hij pakte op zijn weg naar de kelderdeur een paraplu, maar toen hij daar nog eens goed naar keek bedacht hij zich met opgetrokken wenkbrauwen wat een paraplu als verdedigings wapen zou kunnen aanrichten. Eigenlijk niets. Toch nam hij hem mee toen hij de kelderdeur open deed. De honden schoten langs zijn voeten al blaffend naar beneden. De mengeling van het blaffen en grommen van de twee honden en het gekletter van ijzer wist Schipper zeker dat er iets beneden aanwezig was. Ineens was het griezelig stil, de honden hoorde Schipper niet meer blaffen en de andere geluiden waren als stilte voor een grote storm verdwenen. Langzaam tree voor tree liep hij naar beneden. In zijn spanning was hij vergeten boven het lichtknopje aan te doen om in de kelder benden licht te krijgen waardoor hij nu stekeblind in het donker aan het kijken was. Op zijn tast en gehoor liep hij de trap af waarbij de laatste tree verraderlijk dicht bij de grond was. ‘Stalingrad kom bij de baas’ fluisterde Schipper. Er gebeurde niets.
Nu was Stalingrad niet een van de best luisterende honden, je kon eigenlijk wel stellen dat hij nooit luisterde en deed waar hij zelf zin in had, maar vergeleken met het kabaal wat 2 minuten daarvoor heerste en de immense stilte die nu in de kelder aanwezig was kon Schipper eruit opmaken dat het niet lekker zat. Op zoek naar het lichtknopje schuifelde Schipper voetje voor voetje voort terwijl de druk op zijn sluitspier door de toenemende zenuwen steeds groter werd. Ook dat nog dacht Schipper toen hij eindelijk het lichtknopje gevonden en een geluidloze scheet liet. Net op het moment dat hij het licht aandeed hoorde hij een hoge toon iets wat op een soort gegil leek maar dan toch weer niet. Hij zag een streep gevolgd door het brekende glas van het kelderraampje. Beduusd van het harde geluid zag hij achter een paar kratten Stalingrad en Lady liggen. Zonder erbij na te denken gooide hij zijn paraplu aan de kant en rende naar de honden die daar lagen. Schipper liet zich op zijn knieën vallen en raakte Stalingrad aan.
(To be continuted)
|
|