|
Post by Kim on Oct 21, 2005 12:21:02 GMT 1
De hond ademde zwaar, maar was er zeer ernstig aan toe. In zijn flank zat een groot gapend gat, waaruit bloed sijpelde op de betonnen keldervloer. Schipper trok zijn jas uit en probeerde het bloeden daarmee te stelpen, als wist hij eigenlijk wel dat het vergeefse moeite zou zijn, de verwonding was te erg. Stalingrad tilde zijn kop op en gaf zijn baas een likje over zijn hand, alsof hij hem wilde bedanken voor de goede zorgen. Met een zachte jank die bij Schipper door merg en been ging blies de hond zijn laatste adem uit. Radeloos keek Schipper opzij. Lady lag totaal bewegingloos naast de stellingkast vol ingemaakte groenten in een grote plas bloed en leek ook niet meer in leven te zijn. Hij kroop er toch op handen en voeten naar toe, niet lettend op het bloed wat zijn broek vanaf de knieën doorweekte. Bij het hondje aangekomen legde hij zijn hand op haar lijfje. Ze ademde nog. Schipper zag ook niet direct een verwonding, het leek of de plas bloed waar ze in lag alleen afkomstig was van Stalingrad. Schipper nam zonder verder na te denken het hondje in zijn armen en liep de keldertrap op. Zonder zelf te weten waar hij naar toe ging liep hij de voordeur uit. Er was een ijzige wind opgestoken, maar hij voelde de kou niet eens, ook al had hij zijn jas in de kelder laten liggen. Zijn benen schenen te weten waar ze hem naar toe moesten brengen, want met doelbewuste tred liepen ze door de donkere straten, richting het bos.
(to be continued)
|
|
|
Post by Jasper on Jan 13, 2006 22:48:28 GMT 1
Het was hem volstrekt onduidelijk wat hem dreef, maar wat ook was; het dreef hem met kracht. Het duldde geen verzet. Schipper probeerde af en toe een straatje links of rechts in te duiken, maar wat hem dreef, hield koers. Toen Schipper probeerde met geschreeuw en geweld stil te staan, voelde hij een spier in zijn rug scheuren. Ook de helse pijnen konden Schipper niet stoppen. Hij gaf zijn verzet op, en met de Lady bijna levenloos in zijn armen strompelde hij nu afwachtend de kennelijk al bepaalde route af.
Tot zijn verbazing passeerde hij het bos. Al die tijd had hij aangenomen dat het antwoord op al zijn ongestelde vragen en niet besefte vermoedens beantwoord en bevestigd zouden gaan worden. Dat kon natuurlijk nog steeds het geval zijn. Schipper was er wel ineens een stuk angstiger op geworden.
Lady pruttelde zwak en Schipper voelde een vreemd soort warme liefde voor het dier. Zo hulpeloos al het in zijn armen lag. Het leek op hem te vertrouwen. 'Stil maar Lady, het komt goed.' zei hij zacht.
Hij kon een lach niet onderdrukken toen bleek dat de drijvende kracht hem het parkeerterrein van een bouwmarkt op deed lopen. Het was geen bouwmarkt van de keten waar Schipper voor werkte, maar een concurent. De Hornbach was groter, had een breder aanbod en veel goedkopere eigenmerk producten dan de bouwmarkt waar Schipper werkte. Schipper hield het in de filialen van deze concurent nooit langer dan twee minuten uit. Daarna moest hij naar buiten. Te groot, te druk en met veel te veel impressies vond hij het.
Op twee meter verwijderd van de voorpui stopte hij. Werd hij stil gezet.
Een voor zijn gevoel lange periode van verbouwereerd wachten ging voorbij. Vervolgens hief hij Lady boven zijn hoofd, en helde naar achteren. Daarna smeet hij het hondje, onder het uitspreken van de woorden 'stil maar meisje, alles komt goed' met volle kracht tegen de gevel van de Hornbach.
Schipper had geen idee waarom hij dat deed. Hij had alweer het gevoel dat hij niet alleen was.
(to be continued...)
|
|
|
Post by Kim on Jan 14, 2006 0:14:08 GMT 1
(hehe, eindelijk! )Op dat moment stapte er een echtpaar de winkel uit met een kar vol doe-het-zelf-artikelen. Schipper besefte dat hij onder het bloed zat maar het was te laat om zich nog te verstoppen. De man zag hem het eerst en keek met grote ogen naar zijn met bloed doorweekte kleding. Hij gaf een ruk aan de kar en liep weer terug naar de ingang van de winkel. De vrouw keek verbaasd naar haar man, en wilde gaan vragen waarom hij zich zo plotseling omdraaide, toen ze Lady ontwaarde, haar levenloze lijfje als een zak van bloed en haren op de grond bij de muur. De vraag van de vrouw veranderde in een luide gil. Krijsend rende ze weer naar de deur. Dat was echter een automatische schuifdeur die alleen op het oog binnen reageerde. Gelukkig voor de vrouw stapte op dat moment net de bedrijfsleider van de Hornbach naar buiten, die poolshoogte kwam nemen waar al dat gegil vandaan kwam. Struikelend over haar eigen voeten viel de vrouw de winkel in, met haar man gehaast achter haar aan, de zware kar achter zich aan slepend. De bedrijfsleider werd bijna onder de voet gelopen door het echtpaar en Schipper maakte van de verwarring gebruik om achter een auto te duiken. Ze mochten hem zo niet zien, ook al had hij niets verkeerds gedaan. Hij had het gevoel dat hij nog iets op te lossen had. Hij realiseerde zich dat hij niet op de parkeerplaats kon blijven zitten, en wilde naar de straat toe lopen. Maar een kracht sterker dan hemzelf dreef hem weer terug naar de plek waar hij Lady tegen de gevel had gesmeten. Een grote rode vlek markeerde de plaats waar haar lijfje de muur had geraakt, stukjes behaard vel kleefden aan de wand. Vlak voor de muur kwam hij tot stilstand. Haarscherp zag hij de structuur van de bakstenen, elk oneffenheidje geaccentueerd door het snel donker wordende bloed. En weer had hij het onaangename gevoel dat hij niet alleen was. Voor de deur van winkel was het inmiddels een drukte van jewelste. Personeel en klanten stonden voor de ramen bij de uitgang en zagen hoe Schipper op zijn knieën ging zitten, met zijn neus bijna tegen de muur. In de verte klonk de tweetonige sirene van een politiewagen. (to be continued...)
|
|
|
Post by Jasper on Mar 30, 2006 15:47:14 GMT 1
In het kader van de migratie van Zo-iets naar een nieuwe huisvesting, gaat het verhaal verder op deze locatieIk hoop alle medeschrijvers aan het verhaal (en hopelijk nog enkele anderen) dáár aan te treffen. Groetje, Jasper
|
|